Underneath our tour report about our tour in NYC, in Dutch :
Tourverslag Chabliz in New York City , maart 2016 :
Over stoere mannen en geblondeerde vrouwen, in jeans
Here are some pictures of our tour ( on Facebook ) .
Woensdagochtend om kwart voor zes ging de wekker en om kwart over zeven was ik bij de incheckbalie op Schiphol. We zouden over Zürich vliegen. Pim, onze pianist, had een vliegtuig geboekt dat een paar uur later ging.
Om acht uur, na een beker koffie, kwam Marcel (onze bassist) aangewaaid. De electrische bas van Marcel, het enige instrument dat we meenamen, moesten we naar de “odd size” incheckbalie brengen. Dit leverde verder geen problemen op. Onze bagage was niet te zwaar.
Bij de eerste vlucht, om tien voor tien, konden we onze zitplaatsen kiezen, dus tot Zürich zaten we nog naast elkaar. Van Zürich naar New York hadden we aparte stoelen, de zitplaatsen waren toebedeeld omdat we niet gezamenlijk geboekt hadden. Maar we zaten in hetzelfde vliegtuig.
Beide vluchten verliepen voorspoedig, ik heb drie films gezien en Marcel heeft naar Bach geluisterd.
Toen we na acht uur vliegen aankwamen op vliegveld JFK moesten we lang wachten bij de uitcheckbalies.
Er was me al eens verteld dat je ondervraagd wordt als je in de USA aankomt, en dat je daarbij ook lastige vragen kan verwachten. Aangezien we als muzikanten op een toeristenvisum reisden, gaf dit enige stress. En inderdaad, een stoere zwarte man die zo uit een Amerikaanse politieserie gestapt leek, vroeg ons met strenge blik wat we in Amerika kwamen doen. “Uhhh … having fun …” Ik had me voorgenomen om niet te jokken, maar ook niet alles te vertellen. “Are you guys married or what ?” “Yes, but not with eachother,“ zei ik giechelend. Hij keek ons aan met een afkeurende blik. “Are you guys co-workers ?” “No, we’re friends.” Marcel probeerde mijn opmerking goed te maken door te vertellen dat er nog een derde vriend van ons onderweg was in een ander vliegtuig. “Oh, ok “zei hij met een niet-begrijpende blik. Je zag hem denken, – rare lui, die Hollanders. We mochten door na onze vingerafdrukken afgegeven te hebben.
“Waarom zei je dat nou ?” vroeg Marcel bij de bagageclaim. “Je wilde toch juist niet teveel zeggen?” “Uhm, nou ja, hij zou het toch wel in onze paspoorten zien. Dan kan ik dat beter maar meteen zeggen. Begint hij tenminste niet over wat we echt kwamen doen.”
Onze bagage was goed aangekomen. De bagageclaim was na de ondervraging, dus geen moeilijke vragen over de basgitaar.
Aangezien ik de nacht ervoor slechts vier uur geslapen had, begon de vermoeidheid toe te slaan. We namen een metro naar Williamsburg en liepen nog een stuk met alle bagage.
Ons appartement bleek aan de voet van de Williamsburg Bridge te liggen.
We gooien onze bagage neer en gingen de buurt in op zoek naar eten; couscous bij een vegetarische snackbar. Om tien uur ’s avonds lokale tijd stortte ik zodanig in dat ik mijn nieuwe bed in gedoken ben. Om half elf ging mijn telefoon, ik sliep net. Het was Pim. Ik heb het gesprek half slapend gevoerd. Hij vertelde dat hij ook geland was en we spraken om tien uur de volgende ochtend in ons appartement af. Een paar uur later hoorde ik Marcel thuiskomen. Hij had ’s avonds laat de hele Williamsburg Bridge afgelopen, waarbij hij uitkwam in Manhattan . Daar had hij nog wat rondgewandeld en de metro terug naar het appartement genomen.
Donderdagochtend om zeven uur werd ik wakker. Nu zat ik meteen in het juiste ritme, ondanks het tijdsverschil. Meestal ging ik om een uur of halftwee ’s nachts naar bed en werd om zeven uur wakker, althans, hier in New York.
Ik bekeek het optreedschema. Je moet hier soms één a twee dagen voor een optreden aan de geluidsman laten weten wat je nodig hebt aan apparatuur. Ik begon met het mailen van de geluidsman van morgen en die van dezelfde avond. Later die dag moest ik nog enkele malen met Freddy’s bellen, want er was onduidelijkheid over de vraag of we de akoestische piano mochten gebruiken, aangezien het die avond ook St. Patrick’s Day was. Uiteindelijk mocht het toch, toen we aanboden om hem zelf van de bar naar de optreedruimte te sjouwen.
We moesten om zes uur in Freddy’s zijn, dus overdag hadden we tijd om de toerist uit te hangen. Zo zagen onze dagen er ongeveer uit ; we waren meestal om vijf uur weer in het appartement om de basgitaar op te halen en van daaruit vertrokken we per metro naar de optreedlocatie.
We ontbeten een paar deuren verder in een hipsterkoffiebar. We zaten sowieso in een hipsterwijk. We doken ook een supermarkt in om een voorraad eten in te slaan voor de komende dagen. In deze supermarkt moest je enige moeite doen om dingen te kopen die niet biologisch waren ( bij ons is dit meestal andersom).
De eerste dag zijn we meteen Manhattan ingedoken. Veel rondgelopen en ook de nieuwe toren bezocht die uit de as van de WTC-torens herrezen is; de “One World Observatory Tower” , een hele mond vol. Maar dan heb je ook wat. De toren is honderdtwee verdiepingen hoog en terwijl je in de lift naar boven gaat trekt de visuele geschiedenis van NYC aan je voorbij. Eenmaal boven is het uitzicht over New York adembenemend. Uiteraad hebben we een bandselfie gemaakt met het uitzicht op de skyline en de Brooklyn Bridge.
Toen we in Freddy’s aankwamen, stond de piano al klaar. We konden zelf soundchecken, wat met onze kleine bezetting geen probleem was. Toen we gesoundcheckt hadden, gingen we de buurt in om te flyeren en te eten. In Nederland hadden we flyers laten drukken met het optreedschema en wat wervende teksten. We kwamen voor het avondeten uiteindelijk bij een Mexicaan terecht.
Het geluid in Freddy’s was goed, de plek was sfeervol. Bij de bar vierden diverse Ieren St. Patrick’s Day met Ierse feestmuziek. Mensen die meer rust en sfeer wilden zaten bij ons.
Na afloop van ons optreden raakten we aan de praat met een stel dat zelf de Pancake Studio’s in Brooklyn runde. Ze kochten een cd van ons en nodigden ons uit om een paar dagen later een podcast bij hen op te nemen. Ook hingen we na afloop van het concert aan de bar met JR, die in de CBGB ’s periode “the man with the fourtrack deck” was en in die hoedanigheid nog de eerste demo’s van David Byrne ( Talking Heads ) opgenomen had. JR besloot ons thuis te brengen, wat uitmondde in een nachtelijke autorit door Manhattan en Brooklyn, waarbij hij ons van alles liet zien ( o.a. Broadway en CBGB ). Als geboren New Yorker vertelde hij ons dat hij als kind eens met zijn ouders op vakantie ging naar Londen. Toen ze bij de Big Ben stonden snapte hij niet waarom die toren zo genoemd werd ( de kerkklok erin is erg groot, maar dat moet je maar net weten).
De volgende ochtend ontdekte ik dat ik mijn hoed in zijn auto had laten liggen.
Vrijdag besloot ik om overdag in het appartement te blijven. Ik wilde me voorbereiden op de komende optredens en bovendien wat aan de publiciteit doen. Je bent tenslotte een DIY-band. Ook heb ik met mijn man en zoontjes geskyped. Er was wifi in het appartement. Marcel en Pim doken enkele musea in. Boeker Henry K belde me over het keyboard dat nog geregeld moest worden voor The Real Radio Show . Hij vertelde dat hij zijn heup gebroken had op de schaatsbaan. De dag erna belde ik hem terug, hij had wat telefoontjes gepleegd en had inmiddels een keyboard voor ons.
Aan het eind van de middag namen we de metro naar de wijk Astoria, Queens. Onderweg hadden we adembenemende views op de skyline en de bruggen over de East River.
We namen de metro op momenten waarop veel mensen huiswaarts keren na hun werk. Daardoor kreeg je veel mee van het gewone, dagelijkse leven in deze metropool.
Gussy’s was een sympatieke tent die een enorm alternatieve sfeer ademde. Een echte hardrock-metaltent, maar ze programmeerden ook andere indiemuziek.
Het was ingericht met affiches van horrorfilms, vol zwaarden, vikinghelmen en schilden. Het lag in een keurige wijk met oude huizen van meer dan een miljoen dollar. Ook deze wijk ( net zoals Williamsburg) had de afgelopen jaren een enorme “upgrade” ondervonden, waardoor er heel andere mensen zijn komen wonen dan de “oorspronkelijke” bewoners. Niet het soort mensen dat nou wekelijks een hardrockcafé bezoekt……
Het was die avond dan ook erg rustig. De Griekse eigenaar ( die ons aan een goed Grieks eettentje hielp “three blocks away” ) weet het aan Sint Patrick’s Day de avond ervoor, “iedereen zit nu thuis met een kater” , maar wij vermoedden dat deze tent ook een beetje een “misfit”geworden was in een brave ambtenaren- en advocatenwijk……
Ons optreden werd geflmd, maar de beelden zijn nauwelijks bruikbaar omdat het keyboard dat de boeker voor ons geregeld had, een keyboard was uit 1980, nog net geen Casio………… Het ding had geen enkele aanslaggevoeligheid, noch een voetpedaal.
Ik was die avond goed bij stem. Desalniettemin werd het het slechtste optreden in jaren, met dit gare keyboard… Onze openingsact werd verzorgd door een Libanese zangeres, die qua sfeer en stijl goed bij ons paste.
Om klokslag elf uur, na drie kwartier spelen, kwamen de dames van de hondenopvang binnen, die de tent de volgende dag hadden afgehuurd om fondsen te werven. Ze hadden niet de beleefdheid om even te wachten tot wij klaar waren met ons optreden voordat ze met tafels en stoelen gingen schuiven. Dus ik deed mijn Diamanda Galas –act terwijl één van de hooggeblondeerde dames voor mijn neus in de weer was met het schikken van een boeket bloemen dat ze te koop wilde aanbieden om de zielige hondjes te sponsoren. Dit leverde slapstick-achtige taferelen op. Sommige types houden inderdaad meer van dieren dan van mensen. Ik heb zelf een hond gehad, en ik ben dol op ze, maar die avond had ik een hekel aan honden. Na afloop van dit concert maakten wij ons snel uit de voeten, want wij voelden ons niet thuis tussen deze dames. Boeker Ozzie, zelf een ex-heavy metalzanger, bleef zich verontschuldigen en overlaadde ons intussen met complimenten.
Zaterdag waren we vrij. En het was prachtig weer !
We zijn naar Central Park gegaan en het Guggenheim museum, dat aan Central Park ligt.
Ook hebben we met z’n drieën gewandeld door Manhattan. We liepen langs het Dakota gebouw , waar Roman Polanski zijn filmklassieker “Rosemary’s baby” draaide, en waar John lennon en Yoko Ono woonden ( en hij vermoord werd door een fan). We poseerden voor het Brill-gebouw , waar beroemde songwriters zwoegden op de vele hits die daar vandaan kwamen. Het ene na het andere memorabele gebouw passeerden we.
’s Avonds kookten en aten we in het appartement. Pim ontdekte op z’n telefoon dat we tot nu toe dagelijks minstens twintig kilometer liepen. Vandaar dat er naar verhouding weinig mensen met obesitas in New York te vinden waren. Veel minder dan in de rest van de States.
Zondag werd het een drukke dag, met twee optredens.
Het eerste optreden was in Branded Saloon , wederom in de wijk Brooklyn.
Hier stond wel (weer) een redelijke upright barpiano en er was een goede soundtechnicus.
Dit optreden ging daardoor een stuk beter dan op vrijdagavond. Jerry, een New Yorkse vriend van collega songwriter Gerrit Vennema, waarvan we eerder enkele songs opnamen, was speciaal gekomen om ons te zien. Hij is zelf ook zanger en hield erg van onze nummers “Moon”, “Breakfast” en van onze versie van Screamin’Jay Hawkins’ klassieker “I put a spell on you”. En natuurlijk vond hij het ook gaaf om ons het nummer van zijn vriend Gerrit te horen spelen. Halverwege het optreden kwam JR binnen, met de hoed die ik enkele dagen ervoor op zijn achterbank had laten liggen.
Na het optreden aten we samen en gingen we naar The Real Radio Show , dat helemaal in West Babylon, zeg maar het Zoetermeer van New York lag. Eerder traden daar de Nederlandse acts Brainpower en Orange Grove op.
Uiteraard kwamen we daar te vroeg aan. We besloten wat in de buurt te wandelen en raakten verzeild in illegale autoraces van de plaatselijke jongeren. Het was alsof we een film van James Dean binnenstapten, maar dan echt.
Na een tijdje met open mond gekeken te hebben naar de opgevoerde auto’s die gierend hard gingen, moesten we weer terug naar de radiostudio. We passeerden een kerkhof.
Er was eerst nog een Journey tributeband bezig, dit hoorde niet bij de radioshow, maar blijkbaar werd de zaal ervoor afgehuurd. De zanger had net zo’n heldentenor en daarbij horend postuur als de zanger van Journey ( en als André Hazes ), hij vertelde me na afloop dat hij begonnen was als jongenssopraan. Er kwamen een hoop geblondeerde vijftigplusdames in strakke jeans op af, met aanhang.
Radiohost Frankie Dee vertelde ons bij binnenkomst dat onze contactpersoon en boeker Henry K sinds enkele weken gediagnostiseerd is met “fourth stage cancer” in zijn lever en botten. Het begon met een gebroken heup, en toen daar een scan van gemaakt werd, ontdekte de arts de kanker. Ik had de afgelopen maanden diverse malen met hem aan de telefoon gehangen, Henry is een erg aardige man die veel dingen per telefoon regelt.
Vlak voor ons optreden belde hij me weer om ons succes te wensen en te vragen of we het Korg keyboard gevonden hadden. Bewonderenswaardig dat iemand in die situatie nog aan dat soort dingen denkt.
Het keyboard bleek wederom geen voetpedaal te hebben, maar gelukkig stond er een vleugel. De vleugel was niet helemaal goed gestemd, maar klonk toch nog aardig.
Frankie Dee bleek een soort Amerikaanse Paul de Leeuw te zijn, die vooral veel grappen en grollen maakte tijdens de interviews. We waren in totaal met drie bands, twee Amerikaanse indiebands en wij, en we kregen eerst een “motivational speech” van niemand minder dan co-host Mark Mendoza , de reusachtige bassist ( met dito stem) van Twisted Sister . Ik was, zoals gewoonlijk, weer het enige meisje tussen de muzikanten. “ Whether your mother died yesterday, or you have your period ( iedereen keek naar mij) , you have TO BE THERE on stage “ vertrouwde hij ons toe met die enorme Barry White –stem van hem , en zo nog wat dingen.
De andere bands speelden voor ons, goeie indiebands, o.a. “A better class of criminal”.
Tijdens ons interview ging het vooral over de vraag of wij de hele dag op klompen liepen
( daarover had Pim nog een leuke anekdote, die je kunt horen op de radiouitzending zelf) en natuurlijk de onvermijdelijke vragen over ‘drugs in Amsterdam”( zucht).
Het optreden ging goed, het publiek en de aanwezige bands waren erg enthousiast. Na afloop hebben we nog wat visitekaartjes uitgewisseld, en van één collega band kregen we zelfs hun EP. Van de Pancake Studio hadden we intussen een sms-je ontvangen dat meldde dat Tamara met een stevige griep op bed lag en dat daardoor de podcast niet door kon gaan.
We begonnen ons avontuur met vier optredens, toen werden het er vijf, toen weer vier, toen toch weer vijf en uiteindelijk toch vier.
Op maandag aan het eind van de middag moesten we op vliegveld Newark zijn voor de terugvlucht.
’s Morgens konden we dus nog even Manhattan in. O.a. de prachtige oude Grand Central Terminal ( van binnen) bewonderd, en daarnaast nog enkele andere gebouwen. Bij Barnes & Noble kochten we de laatste souvenirs en toen vertrokken we naar het vliegveld. Marcel bleef een dag langer om naar het Metropolitan en het Moma te gaan, Pim en ik hadden verplichtingen in Nederland. Pim zat in een ander vliegtuig dan ik, maar we vertrokken slechts drie kwartier na elkaar, dus we reisden samen naar Newark.
We hebben het ook met z’n drieën erg gezellig gehad. Marcel en ik waren al vaker samen voor gigs naar het buitenland geweest ( o.a. 5x Boekarest), maar Pim was voor het eerst met ons mee op tour, na vele Nederlandse optredens ( maar da’s toch anders).
Ik had een directe vlucht naar Amsterdam, waardoor ik om klokslag acht uur ’s morgens thuiskwam, vlak voordat de bommen afgingen in Brussel.
De vlucht van Pim ging net iets later en bovendien had hij een overstap, waardoor hij middenin alle vertragingen terechtkwam van Amsterdam naar huis.
We kunnen terugkijken op een mooie tour. We moesten onszelf af en toe in de arm knijpen, maar het was echt zo, we speelden in NYC, en die skyline was echt.
Mocht je nu overwegen een cd van ons te kopen of een nummer van ons te downloaden op iTunes, maak dit bedrag dan s.v.p. over naar Henry K van The Real Radio Show ( en beluister onze nummers gratis op Soundcloud , onze site(s), You Tube of Spotify). In Amerika is de gezondheidszorg nog steeds heel slecht geregeld als je kanker hebt. Muzikanten zoals wij zijn nergens zonder mensen als Henry K ( “Indiebands are his babies”). Hij heeft ons naar New York gehaald.